Riddertje Rodis had niet zo’n goede dag vandaag. Hij was met zijn verkeerde been uit bed gestapt, maar dat gebeurde wel vaker. Het maakte eigenlijk niet uit welk been hij eerst uit bed stak, het was altijd het verkeerde. “Waarom moeten wij altijd als eerste de warmte van het bed uit komen?” klaagden ze. “Het is niet eerlijk. We zitten sowieso al het dichtste bij die ijskoude vloer. En dan moeten we jou en jouw belachelijke harnas ook nog eens de hele dag dragen!” Om zijn benen gerust te stellen, moest Rodis eerst met zijn handen zijn bed uit, als een rups over de vloer kruipen om zijn sokken te vinden en deze aan zijn voeten doen, terwijl die zich nog onder de dekens bevonden. Helaas was Rodis ’s morgens vroeg niet zo helder en had hij nogal eens de neiging dit te vergeten. Op zulke dagen wilde het wel eens gebeuren dat zijn benen absoluut niet naar hem wilden luisteren. Vandaag was zo’n dag.
Rodis haalde zijn paard van stal. Hij moest van de koning naar het Kasteel van de Draak. In het kasteel zat een prinses zogenaamd eenzaam opgesloten. Als er iemand kwam die ridder wilde worden, moest hij via een hele lange en gevaarlijke weg met vele obstakels naar het kasteel om de prinses te redden. Toen hij aan de beurt was, had Rodis ontdekt dat er ook een hele korte gemakkelijke weg naar het kasteel was. Bovendien was er helemaal geen draak. Wel was er een kip die Draak heette, vandaar de naam van het kasteel. De prinses vond dit spelletje prachtig en genoot er met volle teugen van. Wanneer er geen geharnaste idioot kwam om haar te “redden”, kwam een van de echte ridders haar thee en koekjes brengen. Vandaag was het Rodis’ beurt om dat te doen. Echter, toen hij met enige moeite op zijn paard geklommen was, gebeurde er iets vervelends. Met zijn handen stuurde hij zijn paard in de richting van het kasteel, maar zijn benen stuurden hem de andere kant op! Het arme beest wist niet wat hem overkwam, raakte totaal in paniek en galoppeerde in de richting van het Enge Woud Waar Vreemde Dingen Gebeuren Elke Donderdag. Natuurlijk was het vandaag donderdag. Wat zou er hem nu weer overkomen?
Het paard stopte uiteindelijk middenin het bos. Rodis’ benen waren het zat om op het paard te zitten en sprongen eraf. Het paard keek gespannen in het rond. Rodis keek ook om zich heen. De kale takken van de bomen zagen er heel eng uit, ze leken zich naar hem toe te bewegen. Van schrik zette Rodis een stap achteruit. Hij voelde iets prikken in zijn rug…