Meteen naar de inhoud

Oefening, Baard, Kunst

Ik kon vroeger best aardig tekenen. Dat deed ik dan ook graag. Ik tekende graag dieren en mensen. Ik had een spiegel boven mijn bureau hangen om portretten te oefenen. Het meeste wat ik tekende vond ik zelf ook wel mooi. Maar sommige dingen wilden maar niet lukken. Bomen, bijvoorbeeld.

Bomen zijn moeilijk en ingewikkeld. Maar wel heel mooi. Ze hebben grote en kleine takken, die alle kanten uit gaan. Ze hebben bladeren, of niet. Ze hebben allerlei vormen en structuren. Een tekening is plat. Een tekening is maar een velletje papier. Hoe kun je al die vormen op een vel papier krijgen? Het lijkt onmogelijk. Mijn pogingen zagen er ongeveer zo uit:

Voor een kindertekening is het best aardig. Het is herkenbaar als boom. Een door een kind getekende boom. Ik vond het niet mooi. Ik kon het gewoon niet. En ik zou het nooit kunnen. Of het werd een kinderlijke tekening, of het werd lelijk gekriebel en gekras.

Zulke momenten zijn vervelend en frustrerend. Een ander zou dan zomaar iets kunnen zeggen om je op te beuren. Om te laten weten dat je de moed niet op moet geven. Wat je nu nog niet kunt, kun wel leren. Want, zo zegt diegene dan: “Oefening baard kunst”.

Ik weet niet meer wie het tegen me zei, maar ik begreep het niet. De frustratie over het niet kunnen tekenen wat in mijn hoofd zat verdween en maakte plaats voor verwarring. Want wat betekent dat? Oefening, baard, kunst. Dat is geen zin. Het zijn drie woorden die weinig tot niets met elkaar te maken hebben. Oefening en kunst misschien wel. Maar wat doet die baard daar?

Als ik spraak hoor, visualiseer ik hoe je het schrijft. Ik zie geen live ondertiteling als ik met iemand praat, maar soms versta ik iets niet of begrijp ik iets niet. Zoals “oefening, baard, kunst”. Als ik het dan in mijn hoofd herhaal en bedenk hoe je het schrijft, weet ik vaak wel wat het betekent. Dan moet ik het woord natuurlijk wel kennen. Het heeft lang geduurd voor ik “oefening, baard, kunst” begreep. Ik kende het woord “baart” niet. Misschien had ik wel eens gehoord van kinderen baren, maar in een andere context was ik het woord nog niet tegengekomen. Het stond niet in mijn mentale woordenboek. Ook dat is iets wat moet groeien.

Bomen bleven een frustratie tot lang nadat ik “oefening baart kunst” begreep. Ik heb ooit eens een boekje gehad over het tekenen van bomen. In mijn herinnering ging dat zo:

Stap 1 kon ik zelf nog wel bedenken. Stap 2 voelde als stap 200. Het boekje is niet veel opengeslagen geweest.

Oefening, daar gaat het dus om. Nog belangrijker is volhouden. Je kan iets tien keer oefenen en dan alsnog opgeven. Dan heb je voor jezelf bewezen dat je het echt niet kan. Wat heeft het voor zin om nog langer door te gaan? Waarom zou je het nog eens proberen? Je weet van tevoren al dat het niet gaat lukken.

Ik heb heel lang zo gedacht. Ik kan geen bomen tekenen. En ik kan geen boeken schrijven. Het langste verhaal wat ik ooit af had gemaakt was 10 A4’tjes en ik vond het een stom verhaal. Ik had langere en betere verhalen die nooit af zijn gekomen. Blijkbaar ligt de grens om iets af te kunnen maken bij tien pagina’s. Je gaat er op een gegeven moment zelf in geloven.

Volhouden is belangrijk. Ook als je niet meer durft te dromen. Het doel is niet zo belangrijk, het gaat erom dat je plezier hebt in wat je doet. Ik teken en schrijf omdat ik het leuk vind. Ik teken bomen en ik schrijf boeken omdat ik het leuk vind om mezelf uit te dagen. En hoe vaak het vroeger ook mislukte, ik heb veel geleerd door het toch te doen en ik heb mezelf nu bewezen dat ik het wel kan. Ik heb twee manuscripten af (van meer dan 200 A4’tjes!) en ik teken nog steeds best aardig. Met heel veel plezier.

Ik kon vroeger geen bomen en vogels tekenen. Nu lekker wel.